Vooral onze wintermaanden zijn de ideale periode om de Egyptische cultuur te ontdekken: het is dan aangenaam warm, je hebt de zomerhitte niet.
Je kan gaan varen op de Nijl, maar evengoed weg van de toeristen gaan in het stiltegebied van de Nubische woestijn, op het immense Nassermeer.
Minder bekend
Een vierdaagse boottocht op het Nassermeer is een verademing in vergelijking met een klassieke cruise op de Nijl tussen Luxor en Aswan. Op het diepblauwe stuwmeer varen geen 150 cruiseboten, maar slechts 6 boten.
Met 15 kilometer per uur schuiven de woestijn en rotsen in de vorm van piramiden voorbij. De zon ruimt ‘s avonds plaats voor een nooit geziene sterrenhemel, een openluchtplanetarium.
Deze cruise is meer dan lekker liggen niksen met een cocktail op het dek.
Voorkennis is niet nodig. Weet wel dat in het Nubische Egypte, zo’n duizend kilometer ten zuiden van Caïro, geen piramides te bewonderen zijn. Ook vaar je niet tot bij de bekende tempels van het koningendal Luxor.
Egypte-liefhebbers, die de bekende must-sees hebben afgewerkt, zullen zich met plezier als amateur-archeoloog wagen in dit niemandsland, waar de minder bekende godentempels alleen per boot bereikbaar zijn. Aan wal, in die immense zandbak, ben je de enige toerist samen met de gids. Het lijkt alsof je de verlaten ruïnes zelf gaat ontdekken.
Nassermeer
Iedereen lijkt wel halt te houden aan de Hoge Dam op de Nijl in Aswan. Tussen die stad en de grens met Soedan ligt het doodse en zondoorstoofde Nubië.
Door de 3,6 kilometer lange Hoge Dam, die president Nasser in de jaren 60 bouwde, transformeerde de Nijl zich tot het grootste stuwmeer ter wereld: het Nassermeer, 550 kilometer lang en 35 kilometer breed.
De Nubische dorpen in de vaalgele zandvlakte zijn verdronken. En ook de tempels op de oevers van de Nijl dreigden hetzelfde lot te ondergaan.
Legendarische reddingsoperatie
De Franse Egyptoloog Christiane Deroches-Noblecrout kon de internationale gemeenschap ervan overtuigen om deze pareltjes van faraonische architectuur te redden voor het wassende water. In 1965 startte Unesco met het verplaatsen van de tempels. Ze werden in stukken gezaagd en de stukken genummerd. Dan werden ze naar hoger gelegen gebieden verplaatst. Kleinere tempels werden in hun geheel omgord door een stalen harnas en centimeter voor centimeter hogerop gereden via rails in het mulle zand.
De meest spectaculaire redding is die van de tempels van Abu Simbel. Enkele van de 1.042 stukken wogen meer dan 20 ton. Het waanzinnige karwei duurde vier jaar en kostte bijna een miljard euro.
Van Aswan naar Abu Simbel
Het machtscentrum van de oude Egyptenaren lag in Luxor of in Memphis. Toch zijn ook de oevers van het Nassermeer bezaaid met prachtige tempels. Doordat ze jarenlang alleen blootstonden aan woestijnzand zijn de afbeeldingen en hiërogliefen prachtig bewaard en nog uitzonderlijk van kleur.
Waarom bouwden de farao’s in deze verlaten uithoek heiligdommen? Het antwoord is macht. Ramses II wilde de Nubiërs duidelijk maken dat zijn macht zelfs tot in het zuiden reikte.