Agía Galíni is van oorsprong een vissersdorpje, dat uitgroeide tot een klein, toeristisch en sfeervol badplaatsje. De witte huisjes, die tegen de berg werden gebouwd rondom het vissershaventje, zorgen voor een schilderachtig beeld. Het is nog steeds één van mijn favoriete verblijfsplaatsen in Kreta omdat je hier nog het authentiek, echte Griekenland terugvindt.
Ik krijg dikwijls de vraag wat er te doen valt vanuit Agía Galíni. Hier heb ik enkele mogelijkheden gezet, niet de bekende zaken zoals het paleis van Knossos of het Arkadi-klooster, maar enkele minder gekende plaatsen.
Maak zeker een boottocht vanuit Agía Galíni naar Móni Préveli en het prachtige dadelpalmenstrand daar. Je kan hier zwemmen in de zee (zout water) of in de rivier die erin uitmondt (zoet water). Preveli is één van de mooiste streken van Kreta en een geliefd gebied voor fotografen. Vanop het strand kan je, via een steil wandelpad met trappen, het 16de eeuwse klooster bereiken. Als je met de auto komt kan je natuurlijk bij het klooster parkeren. Vergeet geen passende kleding mee te nemen als je het klooster wil bezoeken.
http://www.amazingcrete.com/preveli-river-palm-beach/
De Samariakloof is natuurlijk de beroemdste kloof op het eiland en één van de meest populaire uitstappen. Onderschat deze wandeling echter niet! Een mooi alternatief is de Ímbroskloof, tussen Ímbros (ten noorden van Chóra Sfakíon) en het dorp Komitádes. De wandeling is 7 km. en duurt een 3-tal uur. Informeer aan het vertrekpunt in het dorp Ímbros naar eventuele bussen die u terugvoeren.
Het strand van Mátala is één van de bekendste op Kreta, niet ver van het paleis van Phaestós gelegen. Het is een toeristisch oord, volgebouwd met pensions, winkeltjes en restaurants. Zoek je toch een rustiger strand, dan kan je de weg zoeken naar Kómmos, het strand dat aan de andere kant van de rots van Mátala ligt. Ga vanuit Mátala de bocht om net voorbij de camping op de heuvel en voor het dorp Pitsidia.
Het strand van Kommos is schitterend en verbazingwekkend ongerept, waarschijnlijk vanwege de archeologische vondsten en beperkingen voor privé-personen om hier te bouwen. Er is plek voor nudisme (het strand is lang dus gewoon door blijven lopen en je ziet vanzelf wel waar het stuk voor de naturisten begint). Aan het begin van het strand kun je ligbedjes en parasols huren en is er een taverna in de buurt waar je iets kunt drinken. In deze buurt leggen de Caretta-Caretta zeeschildpadden hun eieren. Plaatsen waar dat is gebeurd worden gemarkeerd en afgezet, zodat je niet op de eieren kan trappen.
Vlakbij wordt een Minoïsche nederzetting opgegraven. Kómmos was een Minoïsche haven uit de vroeg-Minoïsche tijd en waarschijnlijk de belangrijkste haven voor de ingang tot de Messaravlakte. Er zijnenkele monumentale gebouwen bij de kust en geplaveide wegen naar de Messaravlakte. Er zijn ook overblijfselen uit de Griekse tijd gevonden, waaronder een tempel uit de tiende eeuw voor Christus, één van de oudst bekende in Griekenland. Enkele van de overblijfselen zijn te bekijken.
Als je richting Rethynmon rijdt, zie je een het bord richting Ano en Kato Saktouria. Daar is een afslag naar links, die hoog de Vouvalabergen in gaat. Vervolgens gaat de weg naar beneden richting de zee. Er ligt in het dorpje een prachtig kerkje, maar net buiten het dorp zijn 2 schitterende strandjes. Ze zijn te bereiken via een zeer steile duin. Het is hier heerlijk om in de zee te zwemmen (het is zelfs toegestaan om naakt te zwemmen). Veel mensen willen niet naar beneden omdat ze bang zijn dat het niet gaat lukken, of omdat ze niet meer naar boven kunnen.
http://www.angelfire.com/super2/greece/kommos.html
Op zo’n 30 km. ten zuiden van Rethymnon ligt het dorpje Spíli, een leuk plaatsje om even te stoppen in het voorbijrijden. Het opvallendste kenmerk hier is het overvloedig stromende water. Vanaf de rotswand stroomt het hele jaar door koel bronwater naar de fontein, die 19 leeuwenkoppen telt. Door dat water is de omgeving het hele jaar prachtig groen.
Op zo’n 5 km. van het strand van Georgioúpolis ligt het meer van Kournás, het enige natuurlijke zoetwatermeer van het eiland. In het dorp Kournás wonen slechts 500 mensen, die zich vnl. met landbouw bezighouden. Het oude dorp heeft de traditionele stijl behouden. Het gedeelte van het dorp aan het meer is iets toeristischer. Aan de oevers van het meer leven veel schildpadden. Het water heeft er een groene schijn, waarin je kan zwemmen of waterfietsen. Er zijn enkele taverna’s waar je een snack kan eten. Goed om weten: jaarlijks is er op 5 mei het traditionele feest van Agia Irini en op 29 augustus het feest van Agios Ionannis.
Niet ver daarvandaan, tussen de vijgen- en olijfbomen, ligt het dorpje Episkopí. Daar volg je het bord richting Miriokéfala en sla je vervolgens af richting Asigonía. Enkele honderden meter na de kruising ligt een kleine oase. Het water komt er van de berg af en zorgt o.m. voor het drinkwater in Rethymnon. Hier zijn enkele leuke tavernas tussen de reuzenbomen.
Frangokástello is een klein dorpje met 150 inwoners, niet ver van Sfakia gelegen. Het is bekend om zijn oude vesting. Het kasteel heette oorspronkelijk het kasteel van Agios Nikitas, later door de dorpsbewoners veranderd naar ‘het kasteel der Franken’. In 1371 begon met het te bouwen, om zich tegen zeepiraten te beschermen. Tijdens de Turkse bezetting hebben Griekse opstandelingen het kasteel gebruikt om zich tegen de Turken te verdedigen.
Vandaag moet je hier genieten van het mooie en rustige zandstrand en het ondiepe water. En bestel in een plaatselijk restaurantje zeker de streekspecialiteit ‘Sfakianes Pites’, een soort Griekse pannenkoeken met honing.
Vlak voor de zuidwestkust van Kreta ligt het semi-tropische eiland Elafonisi (of Elafonissos). Het ligt op 150 meter van de kust. Zowel op het eilandje als op het vasteland zijn er prachtige stranden, die tot de mooiste van Kreta behoren. Het is een gebied met zandheuvels. Het water tussen het eiland en de kust is ondiep, zodat je door de zee kan lopen zonder dat het water boven je knieën komt!
Aan de kant van het vasteland ligt een cederbos, dat tot aan het strand komt. Daar is ook een parking voor je wagen.
De Imperatrix was een passagiers- en vrachtschip dat van Trieste naar Yemen en Bombay vaarde. In 1907 botste het tegen de rotsen van Elafonisi en kapseisde. Er vielen 40 doden, maar zo’n 100 passagiers werden gered door de monniken van het klooster van Chrisoskalitisa. Dat ligt 5 km. ten noorden van Elafonisi. Het kreeg zijn naam vanwege de 90 treden (skala) die de trap heeft en waarvan men beweert dat de ‘echte’ gelovigen een gouden trede (chrisi skala – vandaar Chrisoskalitisa) zien wanneer ze de trap oplopen. Het klooster is op de top van een rots gebouwd en biedt een schitterend uitzicht over de omgeving.
