De “Big Five” is een begrip in Afrika en komt uit de tijd van de “big game” jagers. Dit waren de vijf lastigste grote wilde dieren om te voet te jagen. Tegenwoordig wil iedereen deze dieren met zijn fototoestel ‘jagen’.
De “Big Five” bestaat uit vijf dieren: de olifant, de neushoorn, de buffel, de leeuw en het luipaard. De reden dat deze dieren op de lijst staan van de “Big Five” heeft o.a. te maken met de grootte en de gevaarlijkheid van het dier. Al deze dierensoorten zijn in het algemeen lastig te benaderen. Zo kunnen olifanten, buffels en neushoorns aanvallen wanneer je te dichtbij komt of als ze gewond zijn. De leeuw en de luipaard zijn sowieso al wat moeilijker te vinden en zijn altijd gevaarlijk voor mensen. Wanneer zij zich bedreigd voelen kiezen zij voor de aanval. Bovendien zijn luipaarden zijn erg schuw en daardoor moeilijk te vinden.
Zelfs in een privaat wildreservaat is het spotten van de “Big Five” niet vanzelfsprekend. Samen met mijn safaripartner Woni Safaris heb ik wel een paar tips opgelijst, die het wat gemakkelijker maken.
Wildpark kiezen
Het is belangrijk om een wildpark te kiezen waar de dieren aanwezig zijn. Niet alle parken hebben de “Big Five” in huis.
Loze beloftes
Geloof niet altijd wat de meest geweldige websites beloven: prachtige accommodaties geven geen garantie om de 5 te zien. Vraag liever raad aan mij, ik weet welk goede reservaten zijn. Met goed bedoel ik: waar je de gevestigde dieren kan zien. Geen tamme dieren, maar een gecontroleerde zone waar de dieren vrij rondlopen (soms groter dan België). Ze wonen in hun natuurlijke habitat en overleven door de jacht (niet door te worden gejaagd J). Deze dieren zijn en blijven wild, maar door de jaren heen hebben ze de aanwezigheid van safarivoertuigen geaccepteerd en houden ze die vaak van op een afstand in de gaten. Ze zijn tot het besef gekomen dat deze voertuigen niet aanvallen en hebben zoiets van: leven en laten leven. Daardoor kunnen de auto’s zeer dichtbij komen, wat bijdraagt tot een verbazingwekkende safaribeleving.
Ondersteuning
Kies voor een gebied met een goede ondersteuning. Een wildpark, waar alle kampen en lodges actief betrokken worden bij het natuurbehoud en bescherming van alle dieren. Rangers en parkscouts die via radiocontact in verbinding staan met het hoofdkwartier hebben een goed kijk op waar de dieren zich bevinden. Als je aan je game drive begint heb je tenminste al een goede indicatie waar je naartoe moet rijden.
Water
Water is vitaal om te overleven, vooral in de winter wanneer het schaars is. Logischerwijze is de beste plaats om dieren te zien aan rivieren en waterpoelen.
Zelfs als je rekening houdt met al het bovenstaande is er nog geen garantie om de “Big Five” te zien. Maar het zal je zeker helpen.
Ben je al op safari geweest? Dan ben je het ongetwijfeld met me eens: na één, twee, drie, …. keer is het een verslaving die nooit verveeld.
Maar als je wat meer wil zien dan de “Big Five”, ga dan eens op zoek naar de “Impossible Five”! Met deze vraag zal he de rangers zeker gek maken! J Deze dieren zouden het moeilijkst te spotten zijn: het aardvarken, de manis (een soort schubdier), het Cape Mountain luipaard, de hottentothaas (ja, ja, die bestaat echt) en de witte leeuw.